Verplichtingen (Waaraan moet je allemaal voldoen?)


Feestgoe.be

De Feest Goe Campagne is een samenwerking tussen verschillende organisatoren, gemeenten en de politiezone die ervoor zorgt dat jongeren veilig kunnen uitgaan. Surf naar de Feest Goe-website en ontdek:

  • Wat je als organisator kan doen om van jouw event een Feest Goe-event te maken en welke ondersteuning of subsidie je daarvoor krijgt.
  • Wat je als bezoeker mag verwachten van een Feest Goe-event.
Feestgoe logo

Security

Op een evenement heb je heel wat helpende handen nodig voor diverse taken. Bijvoorbeeld aan de inkom, de toog, het podium, voor de opkuis,… Natuurlijk wil je je evenement ook vlot en veilig laten verlopen. Medewerkers die zich specifiek voor de veiligheid inzetten kan je in een bewakingsteam onderbrengen. Soms verplicht de burgemeester ook zo’n bewakingsteam op advies van politie of dienst noodplanning.

Voor de uitvoering van een bewakingstaken moet je toelating hebben. Professionele bewakingsagenten die je inhuurt hebben zo’n toelating. In sommige omstandigheden kan je hier ook vrijwilligers voor inschakelen, na toelating van de burgemeester. Niet elke taak is echter een bewakingstaak. Kijk in de tabellen hieronder of de opdrachten die je in gedachten hebt wel degelijk bewakingstaken zijn.


Wat zijn de taken voor het bewakingsteam?

Aan de inkom:

TaakBewakingstaak?
Controle toegangsbewijs (ticket, bandje, …)Nee
Wisselen van ticket naar bandje, controleren of bandje goed zitNee
Stempel zettenNee
Omruilen toegangsbewijsNee
Verhinderen van toegang of aanwezig zijn om toegang te verhinderen vanuit veiligheidsoogpuntJa
Visuele controle inhoud bagage (controle op wapens of gevaarlijke voorwerpen die het veilig verloop van het evenement kunnen verstoren)Ja
Aanreiken gadgets of zakjes om spullen in op te bergenNee
Informeren publiek, doorverwijzen naar juiste doorgang of toegangNee
Toegangscontrole bij overgang naar een andere zone (back-stage, VIP,…)Nee
Elke controle van het toegangsrecht tot zones waar publiek om veiligheidsredenen niet toegelaten isJa
Fysiek ingrijpen na toegangsweigeringJa

Op de parking:

TaakBewakingstaak?
Controle ticket voor parking, registratie, toegangsgeld ontvangenNee
Plaatsaanduiding, begeleiding bij in- en uitrijden (parkeerwachters)Nee
Visuele controle van (inhoud van) een voertuig (om veiligheidsredenen) bij toegang tot publiek niet-toegankelijke plaatsJa
Toezicht houden om vandalisme en diefstal te voorkomenJa

Aan nooduitgangen:

TaakBewakingstaak?
Informeren dat nooduitgang moet vrijgehouden worden, zonder verdere handelingenNee
Plaatsnemen aan nooduitgang om te vermijden dat personen zouden binnenkomenJa
Fysiek ingrijpen om nooduitgang vrij te houdenJa

Aan het podium en op het evenemententerrein

TaakBewakingstaak?
Opvangen van stage-divers, bijstaan van hulpdiensten, melden van problemen aan hulpdienstenNee
Toezicht op gedrag en kanaliseren publiek (crowd management – publieksstroom bewaken)Ja
Crowd control met als doel publiek te beschermen, confrontaties van groepen voorkomenJa
Toegang tot podium verhinderenJa
Aanspreken publiek, signaleren van problemen van technische of organisatorische aardNee
Bezoekers rondleiden, doorverwijzen, wegwijs makenNee
Bezoekers uitnodigen om terrein te verlaten door het met een lint af te stappenNee
Toezicht op gedrag van personenJa
Ontruiming van terrein omwille van veiligheidsredenenJa
Optreden bij confrontaties of onwillige bezoekersJa
Persoonsbewaking, bodyguarding (VIP’s)Ja*
* mag enkel door professionele bewakingsagenten, niet door vrijwilligers!

Toelating aanvragen voor je bewakingsteam

Professionele bewakingsagenten: professionele securityfirma’s hebben steeds een vergunning van de FOD Binnenlandse Zaken en zijn dus in orde met hun toelating. De volledige lijst van erkende bewakingsfirma’s vind je op de site van BeSafe.

We raden aan tijdig een overeenkomst te sluiten met een professionele firma. Zo vermijd je dat er geen bewakingsagenten meer beschikbaar zouden zijn voor je evenement. Maak ook sluitende afspraken en zorg dan beide partijen een overeenkomst tekenen. Sluit nooit een overeenkomst met een niet-vergunde firma. Kies altijd voor een erkende securityfirma. Hun verplichte vergunning garandeert de betrouwbaarheid en vakkennis.

Vrijwillige security: om vrijwilligers van je organisatie bewakingstaken te laten uitvoeren, moet je aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De organiserende vereniging (vzw of feitelijke vereniging) mag geen winst nastreven en moet een ander doel hebben dan het organiseren van evenementen. Een vzw die dus opgericht werd om een festival te organiseren kan geen beroep doen op vrijwilligers voor bewakingstaken.
  • De vrijwilligers moeten lid zijn van de vereniging of een effectieve of aanwijsbare band hebben met de vereniging. Voorbeelden hiervan zijn: leden van een oudervereniging, oud-leiding van een jeugdbeweging, supportersclub van een sportploeg,… Ook over deze band oordeelt de burgemeester.
  • De vrijwilligers mogen geen betaling, fooi of beloning ontvangen. Het voorzien van eten en drinken (normaal verbruik), of een onkostenvergoeding (vrijwilligersvergoeding) wordt niet beschouwd als een verloning.
  • De vrijwilligers mogen deze opdracht niet meer dan vier keer per jaar uitvoeren, ongeacht of dit voor eenzelfde of verschillende verenigingen is. Professionele bewakingsagenten of politie zijn daardoor uitgesloten om vrijwillig ingezet te worden voor de bewaking op evenementen.
  • Vrijwilligers die bewakingstaken uitvoeren moeten minstens 18 jaar oud zijn en onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of minstens drie jaar hun wettige hoofdverblijfplaats in België hebben.
  • De vrijwilligers moeten toelating krijgen van de burgemeester. Hiervoor zal de politie de gegevens controleren van de personen die je opgeeft als vrijwillige security.

De toelating voor de inzet van vrijwilligers als bewakingsteam kan je aanvraag bij je evenementaanvraag.

Het is logisch dat de personen die deze taken op zich nemen een verantwoordelijkheid dragen. Hou daarom rekening me volgende richtlijnen:

  • Deze vrijwilligers blijven nuchter tijdens het evenement.
  • Deze vrijwilligers hebben geen andere taak dan toezicht houden tijdens het evenement. Ze worden dus niet ingezet om mee te helpen tappen, bekers af te wassen,…
  • Deze vrijwilligers zijn vestimentair te onderscheiden van de bezoekers en andere medewerkers. Wie Feest Goe-partner is, kan gebruik maken van de hesjes in de Feest Goe-boxen.
  • Deze vrijwilligers zijn het directe aanspreekpunt voor de hulpdiensten bij eventuele calamiteiten.

Wanneer de politie het nodig acht, kunnen ze een minimum leeftijd opleggen voor deze vrijwilligers. Het is belangrijk dat deze personen de nodige maturiteit hebben om hun taken te kunnen uitvoeren.

Crowd support: je kan ook vrijwilligers inzetten die géén bewakingstaken uitvoeren, maar toch je bezoekers helpen en op die manier bijdragen aan de veiligheid van je evenement. Dit zijn medewerkers die geen bewakingstaken uitvoeren, maar wel ingezet worden om publiek te begeleiden. Ze kunnen heel wat taken uitvoeren zoals ticketcontrole, publiek informeren over het evenement, stage-divers opvangen en begeleiden, helpen bij evacuatie, problemen signaleren,… Deze vrijwilligers noemen we crowd support, maar termen als sfeerbeheerders of publieksbegeleiding komen ook voor. Aan de inzet van dit type medewerkers zijn geen voorwaarden verbonden en is geen toelating vereist. Let er wel op dat ze geen bewakingstaken uitvoeren.
Zorg dat je crowd support herkenbaar is voor je publiek en in contact staat met je professionele of vrijwillige security. Zo kunnen ze de juiste mensen om bijstand vragen mocht dat nodig zijn.

We raden aan om vanaf 500 aanwezigen met crowd support te werken.

De politie maakt geen deel uit van je bewakingsteam, maar kan ondersteunend optreden bij evenementen. Als organisator moet je in de eerste plaats zelf (met bovenstaande opties) de veiligheid verzekeren. Politie heeft bovendien ook andere taken in de omgeving en kan bij incidenten in de regio weggeroepen worden. Als je wil samenwerken met politie, moet je dit tijdig bekend maken zodat de opties kunnen besproken worden.

Hoe groot moet je bewakingsteam zijn?

Bij het samenstellen van je bewakingsteam moet je rekening houden met heel wat factoren. Niet alleen het aantal bezoekers, ook de aard van het evenement, de locatie, andere evenementen in de buurt en voorgaande edities van je evenement spelen een rol. Hieronder vind je enkele richtlijnen om de grootte van je te bewakingsteam in te schatten.

Als algemene rekenregel tellen we 1 professionele bewakingsagent per 250 personen. Let er wel op dat de meeste bewakingsfirma’s altijd minimaal 2 personen inzetten, voor hun eigen veiligheid. Maak je gebruik van vrijwilligers, dan kan je 1 professionele bewakingsagent vervangen door 2 vrijwilligers. Zet je ook medewerkers in voor crowd support , kan dit ook helpen om de veiligheid te verbeteren. Een combinatie van de verschillende types medewerkers is ook mogelijk.

Bepaalde factoren kunnen ook een invloed hebben op je bewakingsteam:

  • Gaat de fuif door in een stedelijke omgeving (stadscentrum), zijn er andere fuiven of grote evenementen in de onmiddellijke omgeving of zijn er risicovolle inrichtingen in de buurt (woonzorgcentra, zware industrie, kanaal,…)? Voorzie hiervoor dan extra personen in je bewakingsteam.
  • Zijn er de voorgaande jaren op hetzelfde evenement ook incidenten geweest waarvoor een bewakingsteam moest optreden? Zijn er bij gelijkaardige evenementen op dezelfde locatie de voorbije maanden ook incidenten geweest? Voorzie hiervoor dan ook extra personen in je bewakingsteam. Gaat je evenement al verschillende jaren door, zonder noemenswaardige incidenten? Dan mag je je bewakingsteam wat inkrimpen.
  • Maak een inschatting van je doelpubliek: gaat het om senioren of kinderen, dan is er wellicht minder nood aan een bewakingsteam. Is er echter een verhoogde kans op geweld omwille van de aard van je bezoekers of verwacht druggebruik? Neem dan ook hiervoor de nodige maatregelen en voeg extra personen toe aan je bewakingsteam.

Als organisator doe je bij je evenementaanvraag een voorstel voor het aantal mensen dat je wil inzetten. Wijk je af van bovenstaande rekenregels dan moet je dit kunnen motiveren. Politie en dienst noodplanning bekijken je aanvraag en adviseren hierover aan de burgemeester, die de uiteindelijke beslissing neemt. Mogelijk stelt de politie iets anders voor dan wat je zelf in gedachten had. Je mag steeds verduidelijking vragen als iets niet duidelijk is of advies wil over hoeveel mensen je moet inzetten.

Voor festivals (groot terrein, meerdere podia,…) zijn er te veel variabelen om met rekenregels aan de slag te gaan. Daarom nodigen we organisatoren van een festival of een grote fuif met meer dan 2000 bezoekers uit op een veiligheidsoverleg. Op dit overleg maken we samen met jou en politie afspraken over de inzet en de grootte van een bewakingsteam.

Brandpreventie

  • Respecteer de maximumcapaciteit van de zaal, de tent of het terrein. Meer uitleg over capaciteit en nooduitgangen vind je op de pagina over het kiezen van een locatie.
  • Plaats niets voor de nooduitgangen. Deze moeten zowel binnen als buiten vrij zijn van obstakels. Er mag niets in de weg staan dat een eventuele evacuatie zou kunnen hinderen.
  • Zorg voor veiligheidsverlichting met voldoende lichtsterkte. Hang ze zeker boven elke uitgang en nooduitgang, op alle evacuatiewegen en trappen, in de nabijheid van brandblusmiddelen en in alle lokalen die uitsluitend door kunstlicht verlicht worden. Veiligheidsverlichting moet automatisch en onmiddellijk in werking treden bij het uitvallen van de gewone verlichting.  Sluit je veiligheidsverlichting bijvoorbeeld aan op een apart circuit (bijvoorbeeld een generator) zodat ze minstens 1 uur blijft branden bij het uitvallen van de gewone verlichting.  
  • Zet geen kaarsen.
  • Gebruik geen makkelijk brandbare materialen zoals textiel, kunststoffen, rietmatten, stro, karton, boomschors, takken,…  als bouwmateriaal. Gebruik ze in beperkte mate als versiering en zorg dat ze geen aansluitend geheel vormen. 
  • Zorg dat versieringen (bijvoorbeeld netten, plafonddoeken) een evacuatie niet hinderen.
  • Versieringen, bekledingen en draperingen aan podiums en tijdelijke afbakeningen moeten uit brandvertragende materialen gemaakt zijn. (Op het attest van het materiaal moet staan dat het brandklasse A2 heeft.)
  • De inplanting van de tent en de andere tijdelijke inrichtingen mag het gebruik van aanwezige hydranten en gasafsluiters niet verhinderen. De hydranten, gelegen nabij de toegangswegen, moeten steeds vrijgehouden worden en voor de brandweer gemakkelijk bereikbaar zijn.

Eetkramen

Eetkramen vormen een bijzonder risico op evenementen. Meestal is het druk aan deze kramen en worden er toestellen gebruikt waar een zeker risico aan verbonden is (bak- en braadtoestellen, al dan niet op gas,…).

Wanneer je afspraken maakt met de eigenaar van een foodtruck of een verhuurfirma voor eetkramen, vraag je best meteen de keuringsattesten voor gas en elektriciteit die bij deze kramen horen op.

Ga je zelf bakken en braden, let dan op volgende aandachtspunten:

  • Onder een tent? Zorg dan dat de tent gemaakt is van een zeil met brandklasse M2 (aantoonbaar met een attest) of plaats ze op voldoende afstand van andere installaties en zorg dat de tent minstens 30% open zijden heeft.
  • Controleer of de markeringen op de kunststof slangen nog duidelijk leesbaar is. Vervang slangen die ouder zijn dan 5 jaar (check de productiedatum op de slang) of sneller indien de slang er versleten uit ziet.

Wanneer je met vetten werkt (bijvoorbeeld hamburgers bakken of frituren van snacks), zorg je ook voor een blusdeken of deksel voor de friteuses. Toestellen die heet worden moeten ook afgeschermd worden van tentzeilen door een brandwerende plaat. Let ook op het juiste type brandblusser (type F) voor vetbranden.

Tenten

Tenten delen we in naargelang de grootte:

Kleine tenten
Partytentjes en kleine tenten (minder dan 200m²) worden niet als heel risicovol beschouwd. Natuurlijk moet je er bij stormweer en aangekondigde rukwinden rekening mee houden dat deze tenten meestal niet stevig verankerd zijn. Let er dan ook op dat je de nodige voorzorgmaatregelen neemt.

Middelgrote tenten
Vanaf 200m² vragen we om het bouwboek van de leverancier voor aanvang van het evenement te bezorgen aan noodplanning@regioneteland.be. Dit bouwboek bevat minimaal de brandklasse van de zeilen en de maximale windbelasting waartegen de tent bestand is. Let op dat dit bij grote tenten zal verschillen tussen een open of gesloten tent. Wanneer er windsnelheden worden voorspeld die hoger zijn dan de maximale windbelasting, moet de tent ontruimd worden.

Grote tenten
Tenten met een oppervlakte van meer dan 500m² moeten gekeurd worden na opstelling. Dit kan door een erkende keuringsinstelling of door de brandweer. Wanneer je een evenement aanvraagt met een grote tent zal de dienst noodplanning contact opnemen om de nodige afspraken te maken.

Algemene aandachtspunten voor tenten:

  • Respecteer de maximale capaciteit (veiligheidscapaciteit) van de tent.
  • Zorg voor noodverlichting in de tent, zodat bij een nachtelijke stroomuitval je bezoekers de tent veilig kunnen verlaten.
  • Spantouwen en hun bevestigingspunten mogen de evacuatie niet hinderen. Dek de tentharingen af met zachte materialen en rol de losse spantouwen op.
  • In een tent mogen geen toestellen op gas worden gebruikt (dus geen terrasverwarmers of kooktoestellen!). Kooktoestellen op gas kunnen enkel in een daarvoor bestemd tentje waarvan de zeilen de juiste brandklasse hebben (M2) of waarvan de zijkanten voor minimaal 30% open zijn.
    Wil je een tent toch verwarmen? Gebruik dan een verwarmingstoestel op elektriciteit of een toestel waarbij de verbrandingsunit buiten staat en de warme lucht via slangen binnen geblazen wordt.

Mobiliteit

Vervoer en parkeren

Wanneer je veel bezoekers verwacht, kan dit een grote impact hebben op het verkeer. Om de ervaring van je bezoekers zo fijn mogelijk te houden en de buurt niet te veel te belasten met extra verkeer, denk je best op voorhand na over mobiliteit. Daarbij is het van belang om te kunnen inschatten wie je bezoekers zijn. Is je evenement gericht op jongeren die binnen een straat van 10km wonen? Dan voorzie je best voldoende fietsparkings. Komen je bezoekers van verder, zal je parkeerplaatsen moeten voorzien of zorgen dat je een locatie hebt in de buurt van stopplaatsen van het openbaar vervoer.

Communiceer op voorhand aan je bezoekers hoe ze op je evenement kunnen geraken. Stimuleer zo veel mogelijk het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer. Geef aan waar er autoparkings in de buurt zijn, voorzie eventueel een Kiss and Ride-zone of leg een shuttlebus in.

Verwacht je een grote opkomst? Voorzie voldoende parkeerplaatsen. Alle wagens moeten op reglementaire wijze geparkeerd worden. Zie erop toe dat de toegangswegen voor de hulpdiensten vrij blijven van wagens, fietsen of andere obstakels. Parkeerwachters kunnen hierbij van groot nut zijn. Zorg steeds dat je parkeerwachters aangepast zijn aan de omstandigheden waarin ze moeten werken: fluo hesjes, bij slecht weer regenjassen, signalisatiestaaf,…

Verkeersbegeleiding

Medewerkers kunnen verschillende functies hebben om de verkeerssituatie te verbeteren tijdens een evenement.

Signaalgever (‘Seingever’ in de volksmond)

Signaalgevers mogen ingezet worden bij wielerwedstrijden en andere niet-gemotoriseerde sportwedstrijden of -competities, bij culturele, sportieve en toeristische evenementen. Een signaalgever:

  • moet minstens 18 jaar oud zijn;
  • draagt een band om de linkerarm met, horizontaal, de nationale kleuren en, in zwarte letters op de gele strook, het woord “signaalgever”;
  • heeft een stok met verkeersbord C3 om het verkeer stil te leggen. (FOTO)
Gemachtigd opzichters

Gemachtigd opzichters hebben een opleiding gekregen van de politie en een toelating (machtiging) van de burgemeester om kinderen, scholieren, personen met een handicap of bejaarden te helpen oversteken. Enkel evenementen die één of meer van deze groepen als doelgroep hebben, kunnen hiervan gebruik maken.

Een gemachtigd opzichter:

  • moet minstens 18 jaar oud zijn;
  • draagt om de linkerarm een band met, horizontaal, de nationale kleuren en, in zwarte letters op de gele strook, de naam van de gemeente;
  • heeft een stok met verkeersbord C3 om het verkeer stil te leggen. (FOTO)
Wegkapiteins

Wegkapiteins waken over het goed verloop van de (motor-)fietstocht. Op kruispunten waar het verkeer niet geregeld wordt door verkeerslichten, mag ten minste één van de wegkapiteins het verkeer in de dwarswegen stilleggen, terwijl de groep met inbegrip van de begeleidende voertuigen oversteekt.

Een wegkapitein:

  • moet minstens 21 jaar oud zijn;
  • draagt om de linkerarm een band met, horizontaal, de nationale kleuren en, in zwarte letters op de gele strook, het woord “wegkapitein”;
  • heeft een stok met verkeersbord C3 om het verkeer stil te leggen.
Parkeerwachters

Parkeerwachters staan in voor het ordelijk in- en uitrijden van voertuigen, het netjes parkeren van wagens en het helpen van voetgangers om op een veilige manier de parkeerzones te bereiken of verlaten. Zorg dat je parkeerwachters voorzien zijn van het nodige materiaal om hun taak veilig te kunnen uitvoeren. Ze moeten goed zichtbaar zijn voor automobilisten (fluorescerend hesje of jas, als het donker is een toortslamp) en voorzien van de nodige veiligheidskledij (regenjas, veiligheidsschoenen,…)

Parkeerwachters worden in de wegcode niet beschreven, dus mogen zij het verkeer niet stilleggen. Ze zorgen enkel voor begeleiding.

Groepsleiders

Groepsleiders verzekeren de veiligheid van groepen voetgangers of ruiters. Groepen van minimaal 10 ruiters mogen begeleid worden door een groepsleider. Deze moet:

  • moet minstens 21 jaar oud zijn;
  • draagt om de linkerarm een band met, horizontaal, de nationale kleuren en, in zwarte letters op de gele strook, het woord “groepsleider”;
  • heeft een stok met verkeersbord C3 om het verkeer stil te leggen.

Op kruispunten waar het verkeer niet geregeld wordt door verkeerslichten, mag de groepsleider het verkeer in de dwarswegen stilleggen, terwijl de groep oversteekt.

Ook een groep voetgangers kan begeleid worden door een groepsleider.

Inname openbaar domein

Het openbaar domein is voor iedereen toegankelijk. Denk aan stoepen, fietspaden, parkeerstroken, rijbaan, pleinen, parken,… Als je een deel ervan wil gebruiken voor je evenement, dan heb je hier een toelating voor nodig.

Wanneer toelating aanvragen?

  • Voor het plaatsen van hekken, tenten, kramen, podium, (kermis)attracties, tribune, trussen, voertuigen) op of over het voetpad, fietspad, parkeerplaats of rijbaan of om een deel van de openbare weg te reserveren (bijvoorbeeld voor parkeerplaatsen).
  • Om de verkeersregeling aan te passen (bijvoorbeeld enkelrichting, doodlopende straat, parkeerverbod, autovrij).
  • Om een gebied af te sluiten dat normaal publiek toegankelijk is (bijvoorbeeld een park).

Hoe aanvragen?

In het aanvraagformulier voor een evenement krijg je de mogelijkheid om op een kaartje aan te duiden waar je openbaar domein wil innemen.

Risico’s

Vuurkorven en houtskoolbarbecues

Vuurkorven zijn gezellig, maar houden een risico in. Voor het maken van vuur op openbaar domein heb je een toelating nodig van de burgemeester. Vermeldt bij de aanvraag van je evenement dus altijd wat je juist wil voorzien (vuurschaal, vuurkorf, kampvuur, barbecue,…)

In bijzonder droge periodes of tijdens periodes van grote hitte kan er een algemeen vuurverbod zijn. Dit wordt aangegeven met een kleurcode (groen, geel, oranje of rood. Op de website van het Agentschap Natuur en Bos kan je nagaan welke code momenteel van kracht is.

Algemeen gelden volgende veiligheidsvoorschriften voor het maken van een vuur of het gebruik van een barbecue:

  • Zorg dat de barbecue of vuurkorf stabiel staat.
  • Plaats de barbecue of vuurkorf ver van al het brandbaar materiaal (struikgewas, parasol …).
  • Duid één verantwoordelijke aan die voor de barbecue of vuurkorf zorgt, de anderen blijven uit de buurt.
  • De verantwoordelijke voor de barbecue of vuurkorf mag geen alcohol drinken. In de buurt van het toestel mogen zich geen alcoholhoudende dranken bevinden. De hitte zou de alcoholdampen immers kunnen doen ontvlammen en zo ernstige brandwonden veroorzaken.
  • Iedereen en vooral de kinderen moeten uit de buurt blijven van de barbecue of vuurkorf. Kinderen en dieren mogen niet vlakbij de barbecue of vuurkorf spelen.
  • Steek het vuur aan met producten en houtskool, die een CE-markering hebben. Lees altijd zorgvuldig de gebruiksaanwijzing die op de verpakking staat.
  • Gebruik nooit vloeibare aanmaakproducten maar maak de barbecue aan met droog hout, verfrommeld papier, vaste aanmaakblokjes of gloeiende houtskool die apart werd klaargemaakt.
  • Gebruik spiesen met een houten handvat. Metalen handvatten worden immers heet.
  • Draag ook voldoende isolerende handschoenen en niet te wijde kledij die voldoende bedekt.
  • Hou een emmer zand, water, een blustoestel of een branddeken binnen handbereik.
  • Gooi de koolblokjes pas in de vuilbak wanneer ze helemaal afgekoeld zijn.

Kampvuur

Voor een kampvuur op de grond  heb je toelating nodig. Voor een vuur in een schaal of sfeerverwarmer (bijvoorbeeld een kacheltje of vuurkorf) heb je geen toelating nodig, tenzij je dit plant op openbaar domein (bijvoorbeeld bij een straatfeest).

Een kampvuur kan enkel op een veilige manier doorgaan als de weersomstandigheden dit toelaten. Volg de risicocode voor natuurbranden op via de website van het Agentschap Natuur en Bos.  

Meld het exacte tijdstip van aansteken aan de brandweer (014 28 79 79). Dit gebeurt bij voorkeur een uur op voorhand, zodat de brandweer voorbereid is op eventuele loze alarmen van voorbijgangers. De brandweer adviseert op dat moment ook over de weersomstandigheden (extreme droogte, te veel wind,…) en kan beslissen om het maken van vuur te verbieden. 

Het kampvuur moet zich op minstens 25 m bevinden van bossen. Je mag enkel een kamvuur maken op minstens 100 m van huizen, heide, boomkaarden, hagen, graan, stro, mijten of plaasten waar vlas te drogen is gelegd.

Het vuur mag niet hoger worden dan 1 tot 1,5 m.

Je mag geen afval opstoken, en alleen  droog en onbehandeld zuiver hout gebruiken. Je mag geen licht-ontvlambare producten gebruiken om het vuur aan te maken.

Na afloop van de activiteit moet je het vuur volledig te doven, de omgeving  controleren op vliegvuur en het terrein ordelijk achter te laten. Verlaat nooit de plaats van het kampvuur als je niet 100% zeker bent dat alles voldoende gedoofd is!

Geluid

In Vlaanderen gelden er geluidsnormen voor muziekactiviteiten. Deze regelgeving over het maximale geluidsniveau geldt voor alle muziekactiviteiten die toegankelijk zijn voor publiek en waar elektronisch versterkte muziek wordt gespeeld. Dat wil zeggen:

  • Iedere openbare activiteit met opgenomen muziek (cd’s, mp3, streaming …)
  • Iedere openbare activiteit met elektronisch versterkte livemuziek (liveoptredens met microfoons, versterkers, …)

Deze geluidsnormen gelden voor:

  • een café met gewone achtergrondmuziek
  • een fuif in een zaal of tent
  • muziek in een fitnesszaal
  • dansvoorstelling
  • eetfestijn met achtergrondmuziek
  • theatervoorstelling met muziek
  • festival in open lucht
  • optreden in kleine of grote zaal
  • gedeeltelijke versterkte activiteiten (jazzcombo, semi-akoestische set, …)

Deze geluidsnormen gelden niet voor:

  • Activiteiten met enkel niet-elektronisch versterkte muziek (fanfare, symfonisch orkest, kamerorkest … zonder versterking).
  • Activiteiten op privédomein die niet publiek toegankelijk zijn.

Geluidsnormen in Neteland

Luide muziek kan gehoorschade veroorzaken. Bovendien kunnen buurtbewoners luide muziek als storend ervaren. Daarom zijn er geluidsnormen vastgelegd in de VLAREM-regelgeving en de lokale politiecodex. Voor kinderfuiven geldt een aparte geluidsnorm. Kinderen zijn immers extra kwetsbaar en minder goed in staat om zelf maatregelen te nemen om gehoorschade te voorkomen.

Bij de geluidsnormen onderscheiden we een maximaal dB(A)-waarde voor het gemiddelde muziekniveau en een dB(C)-waarde voor de bassen. Deze laatste zijn het meest storend voor de omgeving en kunnen naast gehoorschade ook andere ongemakken met zich meebrengen. De beperkingen op deze bastonen worden enkel voor openluchtevenementen opgelegd.

De geluidsnormen voor evenementen in de Netelandgemeenten zijn:  

Voor kinderfuiven (-16 jaar):

  • max. 90 dB(A) LAeq,15min
  • voldoende afstand (min. 2 meter) voorzien tussen de voor kinderen toegankelijke plaatsen en de luidsprekers

Voor cafés, pop-up bars, kleine evenementen, …

  • het gaat hier om achtergrondmuziek, niet bedoeld om er een dansfeest van te maken
  • max. 85 dB(A) LAeq,15min
  • max. 97 dB(C)* wanneer het evenement in openlucht of een tent doorgaat
  • na 22.00 uur mag er geen geluid meer hoorbaar zijn buiten de inrichting

Voor fuiven en optredens

  • max . 95 dB(A) LAeq,15min
  • max 107 dB(C)* wanneer het evenement in openlucht of een tent doorgaat
  • het geluidsvolume moet permanent gemeten worden of beperkt worden door een geluidsbegrenzer. De persoon die het volume bedient (DJ, PA-technicus,…) moet het geluidsniveau steeds kunnen aflezen van het meettoestel. Wanneer het maximale toegestane geluidsniveau wordt overschreden, moet dit onmiddellijk worden verlaagd tot er geen overschrijding meer is.
  • het maximale toegestane geluidsniveau wordt zichtbaar uitgehangen in de inrichting
  • de overlast voor de buurt moet beperkt blijven, zoals bepaald in artikel 6.7.4 van de VLAREM II wetgeving en de Politiecodex Neteland
  • je informeert de buurt over het evenement en de mogelijke (geluids)hinder

Voor festivals, grote optredens en concertzalen

  • max. 100 dB(A) LAeq,60min
  • max. 112 dB(C)* wanneer het evenement in openlucht of een tent doorgaat
  • het geluidsvolume moet permanent gemeten worden of beperkt worden door een geluidsbegrenzer. De persoon die het volume bedient (DJ, PA-technicus,…) moet het geluidsniveau steeds kunnen aflezen van het meettoestel. Wanneer het maximale toegestane geluidsniveau wordt overschreden, moet dit onmiddellijk worden verlaagd tot er geen overschrijding meer is. Naast het meten, moet het geluidsvolume ook geregistreerd worden. Het resultaat van deze registratie bezorg je binnen 14 dagen na je evenement aan het evenementenloket van de betrokken gemeente.
  • het maximale toegestane geluidsniveau wordt zichtbaar uitgehangen in de inrichting
  • de overlast voor de buurt moet beperkt blijven, zoals bepaald in artikel 6.7.4 van de VLAREM II wetgeving en de Politiecodex Neteland
  • je stelt voldoende gratis oordopjes ter beschikking van het publiek
  • je informeert de buurt over het evenement en de mogelijke (geluids)hinder

*: de dB(C)-normen worden niet toegepast in gemeente Olen

De afwijking tot 100 dB(A) is een uitzondering en wordt enkel toegestaan na grondige motivatie van de organisator of door een (langdurige) overeenkomst met het lokaal bestuur.

Activiteiten met elektronisch versterkte muziek in een private inrichting

Een woning, de tuin van een woning of een lokaal dat niet als feestlocatie wordt verhuurd of niet publiek toegankelijk is (opgelet: lokalen van jeugdverenigingen worden als publiek toegankelijk beschouwd!) zijn allen private inrichtingen (zie ook ‘Wat is privé?’). Op deze plaatsen zijn de Vlaamse geluidsnormen niet van toepassing. Let er wel op dat je geen overlast veroorzaakt bij de buren, want daarvoor kan je wel een GAS-pv krijgen.

Gebruik van glas

Het gebruik van glas op evenementen houdt heel wat risico’s in. Glas kan gemakkelijk breken bij impact en snij- en andere verwondingen veroorzaken. Het kan gebruikt worden als wapen om te steken, slaan of gooien. Daarnaast is het moeilijk op te ruimen (je doet er langer over) en houdt het risico’s in voor je medewerkers tijdens het opruimen.

Hoe kan je de risico’s beperken?

  • Gebruik plastic bekers of andere niet-breekbare alternatieven. Let hierbij ook op de wetgeving over (herbruikbaar) cateringmateriaal.
  • Als het gebruik van glas noodzakelijk is, zorg dan voor bepaalde zones waar glas wel is toegestaan (bijvoorbeeld in een VIP-ruimte) en zorg voor toezicht zodat het glas de afgebakende zone niet verlaat.
  • Zorg voor voldoende personeel en beveiliging om toezicht te houden op het gebruik van glas en snel te reageren op mogelijke incidenten. Zet bijvoorbeeld leden van je bewakingsteam aan de zones waar glas aanwezig is en laat ze de bezoekers monitoren om potentiële conflicten te voorkomen.
  • Zorg voor een efficiënt en regelmatig schoonmaak- en opruimproces om gebroken glas direct te verwijderen. Voorzie persoonlijke beschermingsmiddelen voor de medewerkers zodat zij het glas veilig kunnen opruimen.

Op welke evenementen is glas (niet) toegestaan?

Glas is enkel toegestaan op plaatsen waar de beschreven risico’s niet aanwezig zijn of waar je maatregelen neemt om de risico’s te minimaliseren:

  • Schoolfeesten
  • Evenementen met zittend publiek (quiz, lezing, infoavond,…)
  • Sportevenementen zonder risico op geweld of zonder randevenementen zoals optredens

Glas is niet toegestaan op evenementen waar het risico op ongevallen of geweld aanwezig is:

  • Festivals en fuiven
  • Grote sportevenementen
  • Optredens met dansmogelijkheid

Elk evenement is verschillend en heel wat elementen spelen mee om al glas al dan niet te verbieden:

  • algemeen veiligheidsaspect: is het een risicovol evenement, kans op vallen door drukte, een oneffen ondergrond, veel bewegingen in publiek? Is er veel kans op scherven (harde ondergrond), veel drankverbruik, ook sterke drank aanwezig?
  • type evenement
  • publieksprofiel (risico op geweld, samenstelling publiek,…)
  • haalbaarheid alternatieven: zijn er voldoende alternatieven beschikbaar op de markt, zijn er mogelijkheden om herbruikbare materialen te gebruiken?

Mits voldoende motivering kan een organisator steeds voorstellen om af te wijken van deze afspraken. De motivering moet duidelijk maken dat de risico’s kunnen wegenomen worden.

Sterke drank

Er is een verschil tussen gegiste en gedistilleerde dranken. Bij gegiste dranken ontstaat de alcohol door het vergisten van suikers. Bier, wijn en tussen producten zoals porto en martini zijn gegiste dranken. Deze worden niet beschouwd als sterke drank, tenzij ze een alcoholpercentage van meer dan 22% bevatten.

Bij gedistilleerde dranken worden de alcohol door destillatie (verdamping van stoffen in een oplossing). Alle dranken die meer dan 1,2% gedistilleerde alcohol bevatten zijn sterke dranken. Wodka, rum, cognac, whisky, gin en jenevers, maar ook pisang en passoa vallen onder deze categorie. Als limonades (of andere niet-alcoholische dranken) worden gemengd met een gedistilleerde alcoholische drank, wordt het resultaat ook als sterke drank beschouwd.

Voor het schenken van sterke drank op een evenement heb je een toelating nodig, vermeldt dit dus zeker op je evenementaanvraag. Daarnaast moet je met volgende richtlijnen rekening houden:

  • het verkooppunt voor sterke dranken is duidelijk te onderscheiden van de verkooppunten waar andere dranken worden verkocht én voorzien van een zichtbare vermelding over het verbod op verkoop aan minderjarigen.
  • wie sterke dranken verkoopt mag zich enkel uitsluitend bezig houden met deze activiteit en niet gelijktijdig andere danken verkopen. Als organisator duidt je een verantwoordelijke aan voor de verkoop van sterke dranken. Deze verantwoordelijke is gedurende het evenement aanwezig in het verkooppunt.
  • sterke dranken mag je niet gratis weggeven.

Het is verboden om alcohol te verkopen, te schenken of aan te bieden aan minderjarigen (-18 jaar). Er zijn wel uitzonderingen:

  • bier, dit mag verkocht, geschonken en aangeboden worden aan minderjarigen ouder dan 16 jaar, behalve
    • bier waaraan gedistilleerde drank is toegevoegd (bijvoorbeeld bier met jenever)
    • bier waaraan aroma van gedistilleerde drank is toegevoegd (bijvoorbeeld bier met rum-aroma)
  • wijn, dit mag verkocht, geschonken en aangeboden worden aan minderjarigen ouder dan 16 jaar, behalve
    • wijn waaraan alcohol is toegevoegd (likeurwijnen, porto, sherry,…)

Wanneer je twijfelt of een persoon die alcohol wil kopen wel oud genoeg is, mag je als organisator bewijs vragen van hun leeftijd.
Alcohol verkopen of schenken aan iemand die duidelijk dronken is, mag niet. Gaat het hier over minderjarigen, kunnen de normale straffen verdubbeld worden. En wanneer deze persoon betrokken zou zijn in een ongeval, kan je als organisator mee aansprakelijk worden gesteld. Het is ook strafbaar om een uitdaging die leidt tot dronkenschap voor te stellen of te aanvaarden.

Springkastelen en actieve ontspanningsevenementen

Wat wel en wat niet?

Vaak worden op evenementen activiteiten aangeboden waaraan een zeker risico verbonden is. Van zodra er een activiteit is waarbij de deelnemer actief moet deelnemen, een lichamelijke inspanning moet leveren of een bepaalde kennis, vaardigheid of techniek moet gebruiken om de activiteit op een veilige manier uit te oefenen spreken we van ‘actieve ontspanningsevenementen’.

Voorbeelden hiervan zijn muurklimmen, karting, kajakken, speleologie, paardrijden, trampolineparken, hoogteparcours, paintball,… Elk evenement met meerdere springkastelen, stormbanen of andere opblaasbare constructies, valt wel onder deze regelgeving. Ook wanneer je maar één springkasteel zet is het zinvol om de aanbevelingen na te lezen. Als organisator ben je immers verantwoordelijk voor de veiligheid van de deelnemers.

Activiteiten van jeugd- of sportverenigingen binnen het kader van hun normale werking, vallen niet onder deze richtlijnen.

Waaraan moet je voldoen?

Als organisator maak je een risicoanalyse op. Beschrijf wat er kan mislopen, zowel door toedoen van menselijke handelingen als door externe omstandigheden (uitval van elektriciteit, slechte weersomstandigheden,…). Noteer voor elk risico wat de kans is dat dit zich zal voordoen en wat de gevolgen zijn. Je kan hiervoor onderstaande tabel gebruiken.

Afhankelijk van waar je het risico situeert, neem je bijkomende maatregelen:

  • rode zone: deze risico’s moeten volledig uitgesloten worden
  • oranje zone: er moeten bijkomende maatregelen genomen worden om deze risico’s te voorkomen, je beschrijft deze maatregelen per risico
  • gele zone: er moeten maatregelen genomen worden om de kans op deze risico’s te verkleinen, je beschrijft deze maatregelen per risico
  • groene zone: geen maatregelen nodig

Bij de opmaak van je risicoanalyse heb je nu maatregelen genoteerd. Je moet deze maatregelen natuurlijk ook uitvoeren. Documenteer hoe je dat doet en hou hier bewijsstukken van bij in een dossier. Bij een eventueel ongeval moet je kunnen bewijzen welke maatregelen je genomen hebt.

Als organisator wijs je een verantwoordelijke aan die aanwezig is tijdens de duur van het evenement (of de duur van de risicovolle activiteit). Deze verantwoordelijke moet op de hoogte zijn van de preventiemaatregelen en erop toezien dat deze toegepast worden. Het toezicht gebeurt zowel op eigen medewerkers als op bezoekers. Heb je verschillende installaties of activiteiten verspreid over een groter oppervlak of domein? Plaats dan bij elke activiteit een of meer toezichter(s), welke door de verantwoordelijke gebrieft en aangestuurd worden.

Gebruikers en/of consumenten moeten ook geïnformeerd worden over de activiteiten. Hiervoor moeten bij elke activiteit, installatie of constructie volgende gegevens beschikbaar zijn:

  • naam en adres van de organisator of organiserende instantie
  • aard van vereiste voorkennis, vaardigheid of techniek
  • andere relevante info (minimum leeftijd, voorschriften,…)

Belangrijke opmerking: bordjes met waarschuwing ‘Gebruik op eigen risico’ zijn niet toegelaten!

Specifieke aanbevelingen voor springkastelen
  • Voorzie een schokdempende ondergrond om breuken of hoofd- en hersenletsel bij een val te voorkomen.
  • Voorzie voldoende ruimte tussen verschillende springkastelen of ander (opblaasbare) structuren. De vrije ruimte rond een springkasteel moet voldoende zijn en vrij van obstakels om te vermijden dat kinderen tegen elkaar botsen of op obstakels vallen.
  • Veranker de springkastelen. Onvoldoende of ontbrekende verankering kan ervoor zorgen dat de springkastelen verschuiven of omver waaien. Dit kan ernstige verwondingen opleveren voor wie zich op of naast een springkasteel bevindt.
    Wanneer een verankering in de grond niet mogelijk is (bijvoorbeeld betonnen ondergrond), kan je verankeren door gewichten (zoals zandzakjes) te bevestigen. Let er steeds op dat bij aangekondigde wind en onvoldoende verankering de springkastelen niet mogen gebruikt worden en best leeggelaten worden.
  • Bij springkastelen die uit verschillende modules bestaan (stormbanen e.d.) moet de verbinding tussen de afzonderlijke delen voldoende sterk zijn. Dit voorkomt het verschuiven of ontstaan van ruimtes tussen de verschillende onderdelen.
  • De blazer (luchtaanvoer) mag niet binnen handbereik van kinderen staan of afgedekt worden. Dit kan leiden tot vingerbeknelling, brandgevaar, elektrocutiegevaar of ernstig letsel bij het plots leeglopen van het springkasteel.
  • De springkastelen moeten opgesteld staan op een veilige locatie.
  • De instructies van de fabrikant over de installatie van het springkasteel, het minimaal aantal mensen voor toezicht en de minimale grootte van de ruimte voor de opstelling van het springkasteel moeten steeds opgevolgd worden!  

Op de website van de FOD Economie vind je nog meer nuttige info. Deze dienst kan ook controles uitvoeren op het correct voorzien van de nodige veiligheidsmaatregelen.

Milieu

Herbruikbaar cateringmateriaal

Het gebruik van wegwerpbekers is verboden op evenementen. Voor petflessen en blikjes geldt momenteel de regel dat de organisator deze mag gebruiken als hij kan garanderen dan minstens 95% gescheiden wordt ingezameld voor recyclage. Vanaf 1 januari 2025 zal ook voor petflessen en blikjes een verbod gelden op evenementen.

Ook bij herbruikbare bekers of herbruikbaar cateringmateriaal moet de organisator een systeem voorzien dat garandeert dat 90% van dit materiaal wordt ingezameld voor hergebruik. Glas en porselein vormen hier een uitzondering (zie ook “gebruik van glas”).

https://ovam.vlaanderen.be/wetgeving-cateringmateriaal

Gevaarlijke gassen

De aanwezigheid van gasflessen vraagt bijzondere aandacht op evenementen. Voorbeelden zijn flessen met CO2 of koolzuurgas voor een tapinstallatie, propaan of butaan in gasflessen voor bak- en braadinstallaties, gasflessen voor gasbranders en verwarmingsvuurtjes, helium voor het vullen van ballonnen,… Wanneer de gezamenlijke inhoud van deze flessen meer dan 300 liter bedraagt, is een melding aan het omgevingsloket nodig.

Let er steeds op dat deze flessen niet kunnen omvallen. Flessen met koolzuurgas voor je tapinstallatie kan je doorgaans met een ketting vastmaken. (Foto toevoegen)

Gasflessen met brandstof moeten in open lucht worden geplaatst, zo laag mogelijk bij de grond en op minstens 3m van lager geleden gedeelten. Ze moeten worden afgeschermd van het publiek, van warmte, van zonnestraling en ontstekingsbronnen. Volle en lege flessen moeten gescheiden van elkaar worden opgeslagen en goed bereikbaar zijn voor de brandweer. Er mag maximaal een verbruikshoeveelheid voor één dag bij de gasinstallatie worden geplaatst.

Brandstoffen

Voor generatoren worden soms grote tanks met brandstof gebruikt. Deze vormen natuurlijk een grote brandlast. Let erop dat deze tanks, net als de generator zelf, afgescheiden zijn van het publiek. Bij de opstelling ervan hou je ook rekening met de omgeving. Mocht er toch iets mislopen, mag de brand zich niet gemakkelijk kunnen uitbreiden naar de omgeving. Stel deze tanks dus niet op onder bomen of vlak bij evacuatiewegen.

Bij grote tanks die langer dan enkele dagen op een plaats blijven staan, of die bijgevuld moeten worden, kan je een inkuiping voorzien. Dit zorgt ervoor dat bij lekken of morsen van brandstof deze niet in de bodem terecht komt.

Lozing afvalwater

Je mag afvalwater afkomstig van je tapinstallatie of toiletten niet zomaar lozen. Afhankelijke van de hoeveelheid water en het gebied waar je je bevindt, moet je hier mogelijk maatregelen voor nemen.

Generatoren

Generatoren om elektriciteit op te wekken zijn meestal voorzien van een brandstoftank. Bij gevolg houden ze dus een risico in op je evenement. Zorg steeds dat de brandstoftanks en generatoren op voldoende afstand staan van andere brandbare elementen. Daarnaast moeten ze afgeschermd zijn voor het publiek en voorzien zijn van de nodige blusmiddelen. Zet ook deze blusmiddelen op afstand van de generator, zodat je deze nog kan bereiken als het hier misloopt.

Een tijdelijk opgebouwde elektrische installatie moet ook steeds gekeurd worden. Bij een generator moeten dus heel wat controles en keuringen gebeuren:

  • het toestel moet zelf periodiek gekeurd worden (dit wordt doorgaans opgevolgd door je leverancier)
  • na plaatsing moet het toestel geaard worden, de aardingsweerstand moet ook nagemeten zijn en in een keuringsverslag worden opgenomen (die laat je zelf uitvoeren)
  • de aangesloten elektrische installatie moet ook gekeurd zijn, dit wil zeggen het elektriciteitsnet vanaf de generator tot aan het laatste verdeelpunt (de zogenaamde paddenstoelen, verdeelkasten, of -blokken)

Koelinstallaties

Wanneer je gebruik maakt van koelinstallaties (om drank te koelen of een tapinstallatie), luchtcompressoren, warmtepompen, airco of ander installaties waarbij gassen behandeld worden, moet je nagaan of het totaal vermogen (drijfkracht) niet meer bedraagt dan 5 kW. Is dat wel het geval moet je dit melden aan het omgevingsloket.

Verloren voorwerpen

Wie voorwerpen vindt is verplicht een redelijke poging te ondernemen om deze terug aan de eigenaar te bezorgen. Als organisator van een evenement is het ook zinvol om dit te doen omdat dit deel uitmaakt van je klantenbinding. Wie goed voor zijn bezoekers zorgt, ziet ze bij een volgende editie vast terug!

Je moet dus een redelijke poging ondernemen om de eigenaar van het gevonden voorwerp terug te vinden. Lukt dan niet, dan moet je binnen de zeven dagen aangifte doen bij de gemeente. Die neemt het voorwerp op in haar register (en laat dit eventueel weten aan de gemeente waar het voorwerp gevonden is). Als de gemeente het voorwerp in bewaring neemt, is ze er zelf verantwoordelijk voor. Hou je als vinder het voorwerp bij, ben jij dat.

Ondertussen doet de gemeente de nodige inspanningen om de eigenaar te bereiken. Als de eigenaar bekend is, brengt de gemeente hem binnen de maand na ontvangst van de aangifte op de hoogte met een aangetekende zending. De gemeente kan hier ook andere kanalen inschakelen, zoals sociale media.

De gemeente of vinder is verplicht de voorwerpen 6 maanden te bewaren, tenzij het gaat om goederen die snel bederven, schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid. Ook voor fietsen is er een uitzondering: deze moeten maar 3 maanden worden bijgehouden. Is de termijn verstreken, dan wordt de gemeente of vinder bezitter van het voorwerp. Dit is niet hetzelfde als eigenaar!

Als bezitter van een voorwerp (dus na 6 maanden voor voorwerpen of 3 maanden voor fietsen), mag je op economische wijze beschikken over het voorwerp. Je mag het verkopen, schenken (bv. aan een kringloopwinkel), zelf gebruiken of vernietigen. In geval van verkoop moet de gemeente of vinder de opbrengst ter beschikking houden van de eigenaar.

Het voorwerp blijft toebehoren tot de oorspronkelijke eigenaar tot 5 jaar na de registratie in het gemeentelijk register. Na deze periode wordt de gemeente of vinder eigenaar. Duikt de rechtmatige eigenaar op, krijgt hij het voorwerp of de opbrengst van de eventuele verkoop terug.

Contact

Neteland

Augustijnenlaan 3O
22OO Herentals
O14 28 5O 5O

Grobbendonk

Boudewijnstraat 4
228O Grobbendonk
O14 51 1O 2O

Olen

Dorp 1
225O Olen
O14 27 31 11

Herentals

Augustijnenlaan 3O
22OO Herentals
O14 28 5O 5O

Herenthout

Bouwelse Steenweg 8
227O Herenthout
O14 5O 21 21

Vorselaar

Markt 14
229O Vorselaar
O14 5O 11 O1